Gesamtkunstwerk Kind, mijn kind. fotograaf Theo Derksen, beeldend kunstenaar Jos Wigman en musicus Ernst Jansz. Curator Willem Jansen.

Kind mijn Kind | Child my Child | Kind mein Kind

Theo Derksen - storytelling & design

KIND, MIJN KIND

 

EEN PROJECT VAN THEO DERKSEN, JOS WIGMAN EN ERNST JANSZ

toelichting door de kunstenaars

 

 

 

THEO DERKSEN

 

Ik ben fotograaf. Ik bezit niet het vermogen om het onderwerp macht en onmacht in woorden uit te drukken. Ik moet dan ook mijn eigen mogelijkheden gebruiken, mijn talent als fotograaf inzetten om mijn medemensen rond die vraag van macht en onmacht te bereiken en hopelijk te bewegen tot herdenken, reflecteren en stellingname te bewegen.

Het uiteindelijke project Kind, mijn kind is in 1995 reeds begonnen. Toen zag ik beelden op TV van het oorlogsgeweld in Srebrenica. De concentratiekampen daar, de autobus met vluchtelingen die “blij” waren dat ze mochten vertrekken, ... maar waarheen... dat weten we nu! Ze gooiden brieven, kaarten uit de ramen voor de achterblijvers. Die beelden riepen een déjà-vu gevoel op. En meer dan dat, dacht ik : waarom opnieuw en wanneer houdt dit op? Ik herinnerde mij de beelden uit 1940-45, de bus met “blijde vluchtelingen” die op transport gingen naar..... Begon het niet zo,

70 jaar geleden? De eerste treinen vanuit Nederland in Pullman Wagons met begeleiding (achteraf een maskerade).

 

Een in eerste instantie Happy Trail?! Hoe anders en wreed was de werkelijkheid.

 

Wat gebeurde er met mij na het zien van de beelden uit Srebrenica en de herinnering aan 1940-1945 die deze beelden opriepen?

Ik wilde mijn onmacht omzetten in protest via beelden. Want ik ben een “verhalenverteller” in beelden. Na ongeveer 1 jaar research dacht ik dat ik dat idee, mensen die op transport gedwongen werden met de zogenaamde hoop op een betere toekomst (Srebrenica en ten tijde van de tweede wereldoorlog), zou kunnen visualiseren. Toen begon een jarenlang zoeken en proberen.

 

Ik wilde teruggrijpen op de tweede wereldoorlog omdat ik dacht nog visuele elementen terug te kunnen vinden om deze te fotograferen. Ook omdat deze oorlog in het collectieve geheugen van de hele wereld genesteld is.

 

Vele reizen heb ik gemaakt naar Polen, tot aan de Oekraïense grens. Vele plaatsen heb ik bezocht om sporen te vinden die er veelal niet meer waren. Ik volgde dezelfde route, fotografeerde in kleur, want zo zagen de mensen de wereld om zich heen toen ook. Op bovengenoemde reizen heb ik Thomas Blatt in Sobibor ontmoet, overlevende, en Wilhelm Brasse, die de gevangenen in Auschwitz gefotografeerd heeft.

 

Over Brasse las ik het volgende:

 

LUCA CRIPPA, MAURIZIO ONNIS:

Iedereen kent de foto’s van de gevangenen in Auschwitz en die van de slachtoffers van Mengeles wetenschappelijke onderzoeken. Maar wíe nam die foto’s? Een SS’er? Mengele zelf? Wilhelm Brasse, gevangene nummer 3444 in Auschwitz, werd van 1940 tot 1945 gedwongen om met ‘Deutsche Gründlichkeit’ elk gruwelijk detail van het kampleven op foto’s vast te leggen. Dagelijks geconfronteerd met de wanhoop en het lijden van de gevangenen, realiseerde Brasse zich dat hij iets moest doen om deze misdaden openbaar te maken. Keer op keer riskeerde hij zijn leven door foto’s en negatieven in handen van het Poolse verzet te spelen.

Toch vond Brasse zelfs in de dodenkampen onverwachte blijken van hoop: de moed van de verzetsstrijders, een klein, vriendelijk gebaar en het vinden van liefde op de onwaarschijnlijkste plek op aarde, overtuigden Brasse ervan dat zelfs oog in oog met de dood sommige mensen nooit hun menselijkheid en de hoop op een beter leven verliezen.

De conclusie van Brasse spoorde mij aan om opnieuw naar Auschwitz te gaan. Ik heb het fotoarchief van Auschwitz met goedkeuring bezocht en de vele mappen met foto’s door geworsteld. Ik kan niet omschrijven wat er met me gebeurde. De hedendaagse genocides op het nieuws, geweldplegingen tegen groepen mensen nu nog steeds, gaven me de kracht om door te gaan.

 

Ik heb na mijn twee bezoeken en na uitvoerige gesprekken over mijn doel, toestemming gekregen om fotomateriaal van Wilhelm Brasse te gebruiken. Het archief heeft 1 tot 2 jaar lang onderzocht of er nabestaanden waren van mijn geselecteerd beelden. Dat is niet het geval. Ondertussen heb ik de foto’s die in de gebouwen hingen van gevangenen (Poolse politieke vluchtelingen, Joodse burgers, zigeuners, verzetsmensen), uiteraard met toestemming, gerepro-duceerd. Menselijke waardigheid, onverschrokkenheid, maar ook het niet weten, angst en onvermogen spraken uit de foto’s in de galerijen.

 

In mijn studio zocht ik verder. Ik had nu beeldmateriaal waarmee ik mijn doel voor een gedeelte kon bereiken. Steeds werd ik geconfronteerd met de slachtoffers, die voor mij gingen leven door hun afbeelding. Maar ook werd ik geconfronteerd met de veroorzakers, de uitvoerders van de genocide. Wat te doen met hen? Op dat moment realiseerde ik me dat naast de fotografie de schilderkunst mogelijkheden bood om mijn doel te bereiken. Ik vroeg Jos Wigman, schilder, te participeren in het project. Ik had nu een totaal werk voor ogen met inbreng van andere kunstenaars. De samensmelting van oorzaak en gevolg, slachtoffers en beulen in videobeelden met muziek. Muziek die door Ernst Jansz is gecomponeerd.

 

De bijdrage van Jos Wigman en Ernst Jansz is van onschatbare waarde gebleken om nu ons gezamenlijk doel met dit project te bereiken: een kunstwerk dat terugkijkt naar de tweede wereldoorlog om ons onvermogen tot op de dag van vandaag aan de kaak te stellen. Na 70 jaar de slachtoffers gedenken, eren, herdenken, herinneren en niet vergeten - en ook reflecteren en stelling nemen. Dit is mijn bijdrage vanuit onmacht.

 

JOS WIGMAN

 

Waarom dit project voor mij? Is het stelling nemen, is het voor je eigen zielerust, een aflaat verdienen? Waarom doe ik dit? Omdat ik wil dat geweld ophoudt!

 

Zoals velen met mij, onverschillig en, erger nog, ongevoelig geraken tegenover terreur en geweld o.a. door het dagelijkse spervuur van "geweldnieuws" zoek ik naar "de verbeelding" van de direkte, de basale confrontatie tussen macht en onmacht , de interactie tussen de beul en zijn slachtoffers, mens tegenover mens, om op die manier dichter bij te komen , om de waanzin ervan te voelen en die via mijn "verbeelding" te delen met de toeschouwer en deze bewuster, gevoeliger te maken van wat er om ons heen en met ons gebeurt. Daardoor te pogen de waanzin een halt toe te roepen. het proces, hoe ik invulling heb gegeven aan dit project: de afgelegde weg, de vele genomen zijwegen, de uiteindelijk gekozen route in dit project brachten mij na het lezen en herlezen van "de Neurenberg gesprekken" van psychiater Leon Goldensohn, bij Joachim von Ribbentrop. Von Ribbentrop: de opportunist pur sang.

 

Vanwege deze "kwaliteit" en zijn uitgebreide netwerk onder de bourgeoisie in het Duitsland van de jaren 30 werd hij door Adolf Hitler verkozen tot een van diens naaste en, zoals later bleek, een van diens trouwste medewerkers.

Het spel van macht en onmacht met "grenzeloze regels" bood en biedt de machthebbers nog elke dag de mogelijkheid tot grenzeloos geweld. Wie is het individu dat daartoe in staat is? Kind, mijn kind is voor mij de zo passende titel van ons kunstwerk en ook het antwoord op die zojuist gestelde vraag... Kinderen van ouders en mogelijk weer ouders van een kind, dat zijn de beul en zijn slachtoffers.

De uitvoering: in mijn portrettenreeks -uitgaande van steeds dezelfde pose- toont "de macht" (in dit geval Von Ribbentrop) zijn gelaagdheid.

Het "portret" van het individu verdwijnt, doemt op, vervaagt en accentueert karaktereigenschappen en emoties, toont het innerlijk landschap van de beul, de mens.

 

ERNST JANSZ

 

Omdat mijn eigen vader in een Duits concentratiekamp heeft gezeten, had ik moeite met het project. Ik ben er in meegegaan omdat ik vertrouwen had in de makers. Tijdens het opnemen van de muziek bij de beelden, werd ik bevangen door een groot aantal emoties. Vooral verdriet. Ik stelde mij een moeder voor die keek naar haar kinderen op aarde. O kind van mij, wat doe je elkaar toch aan. Ik heb niet de apparatuur om wat ik ingespeeld had op de beelden direct synchroon daaraan vast te koppelen. Dus moest ik alles eindeloos afspelen om te bepalen hoe en waar de muziek onder de beelden moest komen. Ik bemerkte dat ik van de mensen op de foto’s ging houden. Ik zag prachtige mensen, woede, berusting, hun kwetsbaarheid en ook hun kracht. Het was alsof ze mij aankeken vanuit een gat in de tijd. Ik had het gevoel dat ze, 70 jaar later, tot leven gewekt waren, zodat ik die schoonheid en kracht, bewaard in de foto’s, mocht zien. Zodat ik ze eer kon bewijzen, zodat ik van ze kon houden. Ik kreeg, mede door hoe de beelden gemonteerd zijn, ineens de gewaarwording dat de geschiedenis alles 180° had gedraaid: de slachtoffers kunnen wij met ere gedenken, wij zien mooie mensen zonder schuld, terwijl de beulen ons met schaamte vervullen, verliezers zijn geworden, een schande voor de mensheid.

 

Ik heb ten tijde van Srebrnica een lied geschreven:

 

Van vaders en geliefden

 

horen wij de waarheid

van vrouwen en kinderen

van vaders en geliefden

zien wij geen spoor meer terug

 

stuurloos en verloren

volledig buiten zinnen

mijn wereld zal, mijn wereld zal

in tranen vergaan

 

woede en waanzin

zo wonderlijk dichtbij

dat ik me afvraag: wonen zij

wellicht ook in mij

 

en vraag ik jou mijn liefste

vergeef mij dan de schuld

aan alles wat, aan alles wat

ook jou is aangedaan

 

en hou mij in je armen

heb mij eeuwig lief

laat deze storm voorbijgaan

en heb mij eeuwig lief

laat deze storm voorbijgaan

en heb mij eeuwig lief

 

Ik vind dit alles moeilijk uit te leggen, maar misschien beschrijven die laatste zinnen het beste wat ik ervoer toen ik voor dit project aan het werk was.

f

met dank aan

Ernst Jansz speelt Van vaders en geliefden tijdens de opening van Kind mijn kind 2016

Zie OPENING 2016

CONTACT:  Willem Jansen | Curator Visual Arts | Art Mediation | M 0031 6 55 39 66 39 |  wyl.jansen@gmail.com